Nare uitspraken maar geen Nepnieuws. Wel stemmingmakerij

Nare uitspraken over competenties en minder aangename bejegening

Is nepnieuws een nieuw fenomeen zoals een lezer stelt? Ik denk het niet. Zie casus over pijnlijke maagzweer in oorlogstijd. Pijnlijk ook de nasleep. Hier meer “framing”, mensen hooguit op het verkeerde been zetten, maar geen nepnieuws.

Charlatan

Wat is werkelijk medisch nieuws. Dat botst geregeld met ‘de stand van de wetenschap’. Oftewel de gebruikelijke stand van zaken binnen de Geneeskunde.  Laat dat begrip nog ruimte voor andere standpunten? Minder nu we in de Geneeskunde dwingende protocollen en richtlijnen hanteren. Anderzijds, de felle discussies over vaccinatie laten zien dat de emoties hoog op kunnen lopen. Nepnieuws? Discussies in het publiek, maar ook tussen professionals onderling. Zie ook scherpe debatten over antidepressiva. Uitspraken over competenties en minder aangename bejegening kunnen zeker een staartje hebben. Zie de actuele kwestie over gebruik van het woord charlatan in Medisch Contact. Dat conflict kreeg ruime media aandacht. Is het een nieuw fenomeen zoals een lezer stelt? Ik denk het niet. We gaan even 3/4 eeuw terug in de tijd.

Rontgencontrast foto van maag met ulcus (bron LUMC)

Het dossier

Het zijn bijzondere tijden in de Tweede Wereldoorlog. Juist midden in die oorlog ontstaat een conflict tussen twee gerespecteerde internisten, waarbij verwijten over (het nalaten van noodzakelijk geacht) radiologisch maagonderzoek centraal staat. Het is niet alleen een kwestie van taakopvatting maar ook van bejegening. Bovendien heeft de ene arts een controlerende rol (verzekeraar) en is de ander verbonden aan een ziekenhuis (curatief). Veel collega’s doen gevraagd en ongevraagd hun zegje. Maar daarvan komt niet veel naar buiten. Het artsenbolwerk was meer gesloten dan nu. Maagproblematiek speelde vroeger een veel prominenter rol (zie hier als mogelijke indicatie een timeline van meer dan 200.000 hits van de zoekterm ‘maag’ in een bestand van de Koninklijke Bibliotheek). Het bestand gaat terug tot 1850. De daling in het rechter been van de grafiek is opmerkelijk. Dat heeft alles te maken met veranderde inzichten.

Correspondentie

In een mooi blauw mapje zit het dossier, ongeveer duimdik.  Een brief  gedateerd 20 november 1942 van de keurend internist naar de huisarts over diens patient. Betrokkene heeft een goede motorische functie van de maag, matig hypersecretie en geen occult bloedverlies. Een poedertje en werkhervatting wordt geadviseerd. Notabene: betrokkene is naar verluid hiertoe vijfmaal naar Utrecht afgereisd en heeft ook een of meer nachtelijke opnames gehad voor de maagzuurbepaling. Op 27 november 1942 meldt de behandelend internist in een brief verontwaardigd aan de controlerend internist dat betrokkene al vijf weken maagklachten heeft. Op 24 november heeft hij röntgenonderzoek verricht met als bevinding een grote nis aan de kleine curvatuur boven de angulus. Een maagzweer! Hij toont zich verontwaardigd dat zo met patiënt is omgegaan. Reizen in oorlogstijd is toch al niet eenvoudig! En werkhervatting? Geen foto!
Op 5 december 1942 komt de repliek. De röntgencontrolecommissie van het ziekenfonds zou vast geen röntgenfoto hebben toegestaan bij deze bevindingen, aldus de controlerend arts. Op 23 februari 1943 reageert de befaamde professor JGG Borst naar de ziekenhuiscollega. De röntgencontrole commissie beoordeelt geen klinische (=opgenomen) patiënten, dus dat argument van de controlerend internist houdt geen stand. Borst neemt afstand van woorden als “grof verzuim “. Internisten uit Wageningen, Groningen en Zwolle geven ook desgevraagd hun steun aan hun ziekenhuiscollega. Er wordt zelfs gesteld dat ondanks gunstige resultaten van maagzuursecretiecurve en afwezigheid van bloed in ontlasting, juist röntgenonderzoek nodig is.

Beklag

Op 19 april 1944 doet de internist vanuit het stadsziekenhuis Engelenberg in Kampen zijn beklag richting de Noord-Nederlandse bedrijfsvereniging OOBB. Het gaat over de desbetreffende controlerend internist. Er komt op 3 mei 1944 prompt een reactie dat per 31 december 1943 de desbetreffende bedrijfsvereniging is opgeheven. Zaken zijn overgenomen door de middenstands bedrijfsverzekering (MBV). De brief wordt doorgestuurd naar de MBV. Er volgt een reactie gedateerd op 25 mei 1944. De MBV heeft een 13-tal dossiers gelicht, waarbij er in 10 gevallen wel een maagfoto is gemaakt. Er wordt toegevoegd dat de controlerend internist juist over dit onderwerp maagklachten een lezing heeft gehouden voor de maatschappij voor sociale geneeskunde, waarbij er bijval zou zijn geweest van professor Remijnse. Op 2 juni 1944 schrijft de ziekenhuisspecialist  in een brief naar de MBV dat ze die drie dossiers waarbij geen fout is gemaakt maar eens moeten laten zien aan de goede internist (dokter Nieuwenhuizen). Bezwaren zijn nu allerminst ontzenuwd. Op 6 juni 1944 (NB. de datum invasie in Normandie) reageert de directie van de MBV dat ze gebruik maakt van de diensten van meerdere controlerend specialisten. Dus hoezo dit verwijt aan het adres van een enkele specialist? Op 15 juni 1944 dreigt de ziekenhuisspecialist met publicatie van de hele correspondentie. Dan is er een tijd radiostilte, maar op 12 september 1945 ( na de bevrijding van Nederland) is er een haast amicale brief van de ziekenhuisspecialist naar de waarnemend directeur van het MBV (A. Willemse). De oorlog is voorbij en er waait een andere wind is de veronderstelling die spreekt uit de brief. Dat is echter te vroeg gejuichd.

Tuchtcollege

Op 21 juni 1946 bereikt de ziekenhuisspecialist toch een klacht van zijn controlerend collega van destijds. Er zou sprake zijn van ‘het ondermijnen van het vertrouwen in de stand der geneeskunde’. Op 25 juni 1946 reageert de ziekenhuisspecialist dat hij verhinderd is om te verschijnen voor een ingepland verhoor. Dat verhoor vind uiteindelijk plaats op 9 september 1946 in Zwolle aan de Van Royensingel 6. Er wordt dan een procesverbaal opgemaakt. Op 12 oktober 1946 vindt een niet openbare terechtzitting van ‘het college voor tuchtrecht in eerste aanleg plaats’ te Zwolle, Bitterstraat 56. Conclusie: het college wijst voormelde klacht af als ongegrond. Publicatie in de “verslagen en mededelingen betreffende de volksgezondheid” en “de redactie van de Nederlandse jurisprudentie van het NTvG” wordt aangekondigd. Echter de klager gaat in hoger beroep bij het Centraal Medisch Tuchtcollege in Den Haag. Dat echter op 19 november 1946 vasthoudt aan de eerdere uitspraak, namelijk een afwijzing. Daarmee is het dossier gesloten.

Reflectie

In meerdere opzichten geeft dit dossier- dat ik onder voorbehoud mocht inzien- een tijdsbeeld weer. We kunnen ons de gang van zaken in deze tijd van endoscopie nauwelijks nog voorstellen. Na de oorlog lopen alsnog de gemoederen hoog op. Een tuchtzaak. De klassieke maagzweer was in oorlogstijd (maar nadien ook nog enige tijd) een veelvoorkomend probleem. Heden ten dage is dank zij de herkenning van de oorzaak, namelijk de bacterie Helicobacter Pylori en de daarop gerichte behandeling (ondermeer antibiotica) een heel andere aandoening geworden met een totaal ander beloop. Maagpatienten bevolkten vroeger de ziekenzalen. Patiënten die eerder al eens een maagoperatie hadden ondergaan (herkenbaar aan het litteken in de bovenbuik) waren een alledaags beeld in de praktijk. Nu moeten chirurgen hun best doen voldoende vaardigheden te onderhouden om aan de maag te opereren. Maar al te goed herkenbaar is de discussie en soms wrijving tussen de controlerende en behandelende sector, maar ook binnen deelspecialismen.  Of dit dossier anno 2017 wel tot een maatregel zou hebben kunnen leiden is mijns inziens discutabel.