Teledialoog
eHealth
Nierziekten
Patiëntencontact via de iPad
Een jaar of vier geleden inventariseerde de Nierstichting de ontwikkelingen in de ICT die voor nierpatiënten van belang zouden kunnen zijn. Nieuwe technologieën die toegepast kunnen worden in de zorg voor nierpatiënten -maar wellicht belangrijker nog- een rol kunnen spelen bij zelfmanagement. Het recent gestarte project Teledialoog is daar een goed voorbeeld van. Aanjagers zijn Aase Riemann en Jan Thie, de eindverantwoordelijkheid voor het project ligt bij het Hans Mak instituut.
Aanleiding
Aase is een oudgediende in de dialyse: ze was onder andere jarenlang hoofdverpleegkundige van de afdeling peritoneaaldialyse (PD) van Dianet in het AMC. Jan Thie is sociaal geneeskundige en heeft zich de laatste jaren vooral beziggehouden met innovatieve projecten in de Thuiszorg, zoals nieuwe toepassingen van ICT.
Aase liep al langer rond met het idee iets te doen aan de telefonische gesprekken met PD-patiënten die met klachten naar de afdeling bellen. Aase: ‘Want je ziet niks. Je weet niet zeker of patiënten goed uitleggen wat ze zien. Het is moeilijk in te schatten of een klacht serieus is en dan neem je het zekere voor het onzekere en laat de patiënt maar weer naar het ziekenhuis komen’. Door het gebruik van Skype (een internet beeldtelefoondienst) ontstond het idee dit soort mogelijkheden ook voor de communicatie tussen verpleegkundigen en patiënten te gebruiken. Vervolgens raakte Jan erbij betrokken -ze kenden elkaar uit de Adviesraad Patiënten van de Nierstichting- en begon het balletje te rollen. Jan kende het bedrijf Focus Cura dat voor de technische uitvoering van het idee zou kunnen zorgen. Vervolgens is het project, onder leiding van het HMi en gefinancierd door de Nierstichting, van start gegaan.
Ontwikkelingsproject
Door gebruik te maken van beeld krijgt een verpleegkundige snel een algemene indruk van de toestand van de patiënt. Ook kost het de patiënt relatief weinig moeite even contact te zoeken met het ziekenhuis om, bijvoorbeeld, een troebele zak dialysevloeistof te laten zien. De drempel wordt daarmee een stuk lager. Bovendien het werkt preventief: wanneer nodig kan een behandeling zo vroeg mogelijk worden ingezet. Centraal in Teledialoog staat het gebruik van beeldschermen bij het contact tussen afdeling en patiënt. Dat het uiteindelijk een iPad is geworden, is pas later bepaald. Aase : ‘Voor het contact is een beweeglijke camera nodig die verplaatst kan worden om bijvoorbeeld een huidpoort te bekijken’. ‘Daarnaast is de iPad een gebruiksvriendelijk apparaat’, vult Jan aan, ‘en is installatie thuis geen probleem. Het inpassen van het wireless apparaat in de infrastructuur van het ziekenhuis kost overigens wat meer moeite’.
Praktisch
Aase en Jan noemen Teledialoog uitdrukkelijk geen researchproject, met een gerandomiseerde, strakke onderzoeksopzet, maar een verpleegkundig ontwikkelingsproject. Er is anderhalf jaar de tijd om te kijken of het concept werkt. Aase: ‘Dit soort telecare projecten blijkt moeilijk te implementeren. In het verleden zijn er grote projecten mislukt omdat men vergeten was de verpleegkundigen en artsen erbij te betrekken die met de telecare moesten werken. Vandaar dat er gekozen is voor deze opzet’. Er zijn inmiddels twee centra bereid gevonden mee te werken aan het project: VU Medisch Centrum en het OLVG.
Verpleegkundigen
Verpleegkundigen spelen een centrale rol in het project. Aase: ‘Zij kiezen patiënten uit die ze geschikt vinden om mee te doen. Dat kunnen bijvoorbeeld patiënten zijn die wat verder weg wonen van het centrum of die overdag aan het werk zijn. Op dit moment zijn we bezig met het opstellen van een patiëntenbrief en een informed consent verklaring. Tot nu toe zijn de afdelingen die meewerken zeer enthousiast’. Jan: ‘Het is wel een voordeel dat dialyseverpleegkundigen gewend zijn te werken met complexe (dialyse)apparatuur en geen weerstand hebben tegen het gebruik van apparatuur in de behandeling. Op de vraag of angst bij patiënten voor deze nieuwe technologie een rol zal gaan spelen, antwoordt hij ontkennend. ‘Jongeren hoef je niets te leren op computergebied en je ziet ook steeds meer ouderen die elkaar leren de computer te gebruiken.’
Technisch gezien werkt het allemaal zeer eenvoudig, zegt Jan. ‘Op de iPad wordt de mogelijkheid tot direct contact met het centrum geïnstalleerd, daarnaast een paar spelletjes en patiëntinstructie. Een optie waar we nog over nadenken is het bouwen van een contactmogelijkheid met medepatiënten.’
Exploratief
Tijdens de onderzoeksfase wordt op drie verschillende manieren informatie verzameld. Deelnemende patiënten worden tweemaal geïnterviewd over hun ervaringen met het contact via de iPad en wellicht zal er een focusgroep gewijd worden aan het onderwerp. Een tweede moment waarop informatie verzameld wordt, is na ieder contact via de iPad. Na afloop van het gesprek waarin de klacht of het probleem afgehandeld of opgevolgd is, beantwoordt de verpleegkundige ten behoeve van het onderzoek zes korte vragen. Met de deelnemende patiënten zal afgesproken worden dat tijdens de duur van het onderzoek ieder contact via het beeld van de iPad verloopt. Daarnaast bekijkt Aase in de statussen van de deelnemende patiënten bepaalde waarden (o.a. kt/v, gewicht en bloeddruk) om te kijken hoe die zich tijdens het project ontwikkelen.
Jan: ‘Teledialoog is een exploratief onderzoek met als onderzoeksvraag of het gebruik van de iPad ziekenhuisbezoek heeft voorkomen’. Aase vult aan: ‘Daarnaast kijken we wat er tijdens het project gaat gebeuren; waar ligt de kracht van de beeldtoevoeging, wat gaat er groeien. Tijdens het onderzoek hopen we ook gebruik te kunnen maken van de ervaringsdeskundigheid van patiënten om toepassingen op het spoor te komen die patiënten nog meer regie over hun eigen behandeling kunnen geven. En we houden de vinger aan de pols bij de verpleegkundigen, zodat we eventuele knelpunten die ontstaan meteen kunnen oplossen.’
Rapport
Na anderhalf jaar zal er een rapportage geschreven worden met daarin een advies over het vervolg van het project: een eventuele opschaling van het gebruik van beeldverbinding bij de behandeling van dialysepatiënten. Te denken valt hierbij aan alle PD-patiënten, maar ook aan een uitbreiding naar andere patiëntgroepen zoals patiënten die thuis hemodialyseren of transplantatiepatiënten.
De financiering van deze nieuwe vorm van contact tussen verpleegkundige en patiënt zal een belangrijk onderdeel vormen van het rapport, zegt Jan. ‘We willen er een soort businesscase van maken. Er zullen voorstellen gedaan worden over de mogelijkheden om te investeren in deze apparatuur.’ En wellicht kan van deze vorm van patiëntencontact meegenomen worden in de DBC’s.
Belangstelling
Vast staat in ieder geval dat er nu al veel belangstelling van andere dialysecentra voor Teledialoog is. ‘We werken met een aantal enthousiaste verpleegkundigen en nefrologen en hopen er veel meer over de streep te krijgen’, zegt Aase. ‘Ook zijn wij op dit moment bezig een goede manier te zoeken om meer patiënten bij het onderzoek te betrekken. Het is belangrijk dat zowel zij als de verpleegkundigen in de komende tijd ook aan het woord komen over hun ervaringen met Teledialoog.’ Interview met Aase Riemann en Jan Thie van het project Teledialoog
Bron: Hans Mak Instituut
Carly Schuit