Ik heb met buitengewone aandacht de recente ontwikkelingen rond de afbouw van het IJsselmeerziekenhuis in Lelystad gevolgd. In combinatie met de sluiting van het Slotervaartziekenhuis in Amsterdam. Eerder was er al eens een fusie met het Dr.Jansenziekenhuis in Emmeloord. Het nieuws bracht mij terug naar die tijd waarbij ik beroepsmatig geregeld die ziekenhuizen in- en uitliep. Het Internetarchief (Wayback Machine) kan de sfeer weer wat terughalen (zie screenprint). De ziekenhuizen te Emmeloord en Lelystad vormden samen een Stichting. Die Stichting kwam in 2008 onder verscherpt toezicht te staan van de toenmalige Inspectie voor de Gezondheidszorg. De operatiekamers lagen daarbij specifiek onder het vergrootglas.
Fusie
Maar er was meer. Het zag er allanger niet goed uit. Dit voorval met de operatiekamer was misschien de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen. Al een fase eerder had ik mijn zorgen verwoord op een A4-tje. De vergelijking met het Fortisscenario zegt iets over de tijdgeest. De teloorgang immers van een bankconsortium ondanks een kapitaalinjectie. Er speelde meer. De steeds hogere eisen die aan ziekenhuiszorg werden en worden gesteld. En wat betreft de een na laatste alinea: een boek is inmiddels verschenen. Wie schrijft nog een bestseller?
Nursing: Tussen 2007 en 2009 kreeg de IGZ in totaal 21 meldingen binnen van calamiteiten met een neusmaagsonde. De meeste meldingen (13) vonden plaats in het ziekenhuis, gevolgd door verpleeghuizen (5) en de thuiszorg (3). Elf patiënten overleden aan de gevolgen van de verkeerde plaatsing. Een foute plaatsing kan leiden tot aspiratie, longontsteking, pneumothorax, perforatie en voedselintolerantie.
Calamiteiten
In een brief van 24 maart 2016 schrijft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) dat zij strenger zal gaan handhaven bij calamiteiten met maagsondes. Daarbij wordt de landelijke richtlijn als basis genomen. Aanleiding is het feit dat geregeld neusmaagsondes verkeerd worden geplaatst. Niet alleen in slokdarm of dunne darm, maar ook in de luchtwegen. Dat kan leiden tot ernstige verwikkelingen en zelfs overlijden van de betreffende patiënt als sondevoeding wordt ingebracht. Een longontsteking door aspiratie van voeding is nogal eens fataal. Controle op juiste plaatsing vindt nog te vaak plaats met een stethoscoop in plaats van een meting van de zuurgraad (pH) van maagsap. Of eventueel een röntgenfoto (volgens de landelijke richtlijn) als er geen maagsap komt. Dat luisteren met de stethoscoop (is er geborrel te horen?) heeft een lange traditie, maar is achterhaald (want potentieel onveilig). Voedingsverpleegkundige en voorzitter expertgroep neusmaagsonde V&VN Mariël Klos. ‘Deze methode is niet veilig’, zegt ze op de site van V&VN. “Dat borrelende geluid kun je weliswaar horen als de sonde in de maag ligt, maar ook als de sonde niet in de maag ligt. De pH-methode is misschien lastiger dan auscultatie, maar het is op dit moment de enige betrouwbare ‘bedside’-methode die beschikbaar is”.
FAQs
In een FAQ sheet (bij de ontwikkeling van de richtlijn voor volwassenen in 2011/2012) wordt deze vraag ingebracht: Een verpleegkundige in het verpleeghuis noemt het ‘wel een heel gedoe’ om voor een sonde naar het ziekenhuis te moeten voor een röntgencontrole. Zij wijst ook op de kosten. De reactie luidt dat de kosten van een misplaatste sonde die niet wordt herkend vele malen groter zijn. Bij enkele fragiele, kwetsbare patiënten die niet vervoerd kunnen worden, is het niet wenselijk om naar het ziekenhuis te gaan voor een röntgen-controle. In dit geval zal de arts met de patiënt en/of diens vertegenwoordigers om tafel moeten en duidelijk het risico moeten aangeven van het achterwege laten van de foto. Dan wordt gezamenlijk besloten of de sondevoeding wordt gegeven of niet.
Risico
Deze discussie heeft mij aan het denken gezet. Want in de helft van de gevallen lukt het niet of onvoldoende om maagzuur op te zuigen ter controle van de zuurgraad (pH). In veel situaties (en juist bij kwetsbare patiënten) zal een röntgenfoto elders beslist een grote belasting zijn. Maar dat zijn juist de risico patienten. Een oproep mijnerzijds…
Disclaimer
Vooropgesteld: de richtlijn is leidend (op straffe van…). Misschien is het wel een idee om uitvinders te laten meedenken over een meer innovatieve oplossing, die fool proof moet zijn en niet duur. De huidige stethoscoop zou achterhaald zijn. Misschien zijn er technieken te bedenken om de stethoscoop op te waarderen? Is ultrasound een oplossing? helemaal interessant lijkt mij de mogelijkheid om een versie van de eNose te ontwerpen om ‘het verschil te maken’. Wie volgt?
De eerste aflevering van het magazine Medisch Contact in 2014. Een zorgelijke eerste alinea (pagina 22): “Onderzoek van de Inspectie (IGZ) toont aan dat de infectiepreventie in veel ziekenhuizen te wensen overlaat. Zo wordt het dragen van horloges en sieraden nog heel vaak getolereerd. Onbegrijpelijk, vindt inspecteur Merel Langelaar”.
Screendump Website Inspectie (IGZ)
Verbazing en (ernstige)Verontrusting…
Die woorden worden letterlijk (bij herhaling) genoemd in de publicatie in Medisch Contact. Veel ziekenhuizen blijken geen veilige omgeving waar het gaat om ‘zorginfecties’. Dat is al wel bekend, maar de buitenwacht heeft de indruk dat het inmiddels topprioriteit is. Dat valt dus tegen! Naar aanleiding van een vragenlijst naar alle ziekenhuizen, deed de IGZ afgelopen voorjaar (ongevraagd) veldonderzoek. Dat is dit najaar herhaald. Zie website (‘waslijst’). Gelukkig is in de tussenliggende maanden veel verbetering tot stand gebracht. Maar lang niet overal. De risico-inventarisatie vanaf de voordeur is belangrijk! Laten we thans bijvoorbeeld Carbanapenase producerende micro-organismen buiten de deur houden!!
Vooral omdat in de advertentie de termen datamining en data analyse terugkomen. Maar ook omdat het hier gaat om de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Volgens mij gaat het hier om een opmerkelijke stap. Een nieuw soort functionaris? Een nieuwe aanpak? Een combinatie van horizontaal toezicht (bevorderd door het gebruik van data) met verticaal toezicht (aangekondigde, maar ook onaangekondigde inspecties) is de richting die toezichthouders op moeten. Hier en daar is de balans bij de Overheid zoekgeraakt (denk aan NVWA). Zeker als de bal helemaal bij het veld is komen te liggen. Dan komt onherroepelijk fraude op een zeker moment om de hoek kijken. Juist dezer dagen kondigt het kabinet aan fraude krachtig te gaan bestrijden.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) is op zoek naar een senior inspecteur informatieanalyse
(Snel solliciteren of meer informatie! Ga direct hier naar toe)
Functieomschrijving
Het is uw rol om met data-analyses en datmining de omvangrijke wereld van medische technologie te doorgronden en keuzes voor toezicht voor te stellen aan inspecteurs en de programmadirecteur. Als senior inspecteur werkt u in het team handhaving, analyse en communicatie van het programma Medische Technologie. U helpt mee te bepalen welke databronnen relevant zijn voor het risicogebaseerde toezicht en kunt deze bronnen ook daadwerkelijk ontsluiten. U pakt werkzaamheden gestructureerd en modelmatig aan en formuleert conclusies voor het toezicht. Hiervoor richt u dashboards in en maakt u geaggregeerde rapportages. U houdt toezicht op basis van relevante wetgeving en in deze nieuwe rol werkt u mee aan de verdere uitbouw van het toezicht op medische technologie. Daarnaast treedt u op als projectleider of neemt u deel aan IGZ-brede projecten.
Taak
U onderhoudt externe contacten met onder andere het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, koepelorganisaties in de zorg en in de industrie, buitenlandse inspectiediensten en internationale werkgroepen. Daarnaast levert u bijdragen op beleids- en onderzoeksgebied en aan de ontwikkeling van methoden en technieken voor het houden van toezicht op medische technologie.
Het krantenbericht in het Dagblad van het Noorden (DVHN) geeft niet meer dan een indruk. Er is een rekenfout gemaakt. Het gaat om veertien patienten die met het cytostaticum Bleomycine zijn behandeld. Zij kregen teveel. Als ik het goed begrijp betekent dat per afzonderlijke toediening een factor 1,5x teveel. Kennelijk speelt dat al vier jaar. We mogen aannemen dat dit alle patienten zijn die in die periode in het Scheperziekenhuis te Emmen met dit middel zijn behandeld (gemiddeld 4 per jaar) en vermoedelijk voor diverse diagnosen. Misschien laait ook weer de discussie over concentratie van zorg op? Volgens de directie ‘is de maximale dosis nooit overschreden’.
Dagblad van het Noorden (DVHN)
Toxiciteit
Bleomycine wordt heel lang toegepast (al in mijn klinische loopbaan) en dat voor de behandeling van een aantal aandoeningen. Een berucht risico van Bleomycine is het optreden van een type chemische longontsteking (= pneumonitis) die kan uitlopen op longfibrose. Vandaar dat er een cumulatieve begrenzing wordt gehanteerd die niet overschreden dient te worden. Als we de uitspraak van de Directie juist interpreteren zou dat laatste niet aan de orde zijn? Maar een dergelijke grens is natuurlijk niet absoluut, dus terecht wordt een slag om de arm gehouden. De voorbereiding vindt onder gecontroleerde omstandigheden plaats in de ziekenhuisapotheek. Een dergelijke systeemfout in de keten heeft grote consequenties naar nu blijkt. Zijn er voldoende checks & balances? Dit zal zeker een onderdeel zijn waarnaar de Inspectie (IGZ) zal kijken. Op het individuele niveau zal dienen worden nagegaan hoe het is uitgepakt. Er is ook literatuur voorhanden. Een relativering is wellicht wel op zijn plaats? In het verleden werden sommige cytostatica te laag gedoseerd (onderdosering) en dat bleek prognostisch ook nadelig.
Pijn is een lastig fenomeen. Dat blijkt bijvoorbeeld tijdens de opdracht bij Revalidatie ‘Graag belasten tot de pijngrens’. Wat dat betekent bij fractuurgenezing is helemaal niet duidelijk. Maar wellicht op individueel niveau wel bepalend voor het eindresultaat? Een terrein voor wetenschappelijk onderzoek. Ook kennen we de discussie bij de introductie van pijnbestrijding rond de bevalling. Toch geldt ‘adequate pijnbestrijding na een ingreep’ als een geaccepteerde kwaliteitsindicator van de Inspectie (IGZ). Een pijnscore wordt daarbij gehanteerd.
Indicatoren MC 10 jaar geleden
HagaZiekenhuis
In Medisch Contact van 13 juli 2012 betogen behandelaars uit het HagaZiekenhuis dat deze indicator (pijn na operatie) onvoldoende onderscheidend en robuust is. De argumentatie die daarbij wordt gegeven snijdt hout. De score van minder dan 7 bij minder dan 5% van de geopereerde patienten die als norm wordt aangehouden is volgens de auteurs volstrekt niet realistisch. Dat lot deelt de pijnscore overigens met meer indicatoren. Maar wat moeten we hiermee? Daartoe worden suggesties gedaan die deels op het terrein van procesbeschrijving liggen (is er een Acute Pijnservice, Pijnprotocol). Maar ook de (belangrijkste) vraag of -en hoe snel- er wordt gehandeld en met welk effect…Daarom gaat het toch eigenlijk ook?
Heeft u de uitzending gezien. Ik moet zeggen dat ik de reactie van Brenninkmeijer zakelijk en goed vind.
Is dit een antwoord?
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) gaat samenwerken met zorgverzekeraars om effectiever toezicht te kunnen houden. Dat blijkt uit het Meerjarenbeleidsplan 2012-2015 van de IGZ, dat minister Schippers in december aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Inspectie en zorgverzekeraars, zo staat in dat plan, hebben beide belang bij goede kwaliteit van zorg en het voorkómen van vermijdbare schade. Daarom gaan zij samenwerken bij het ontwikkelen en verzamelen van toezichtindicatoren: ‘Zeker bij individuele beroepsgroepen zoals huisartsen lijkt dit een veelbelovende optie.’ Daarnaast is samenwerking van belang bij de voorbereiding van toezichtprojecten en bij de informatie-uitwisseling over disfunctionerende instellingen en beroepsbeoefenaren.
Emmen
De IGZ erkent dat de samenwerking met verzekeraars ‘wederzijds enige voorzichtigheid’ vereist: ‘Zorgverzekeraars willen terecht geen instrument van de inspectie worden. Wij willen niet hun commerciële belangen dienen.’
Dick Beens, secretaris van de VAGZ, de vereniging van artsen en andere medische professionals die werken bij zorgverzekeraars, spreekt van een interessante ontwikkeling: ‘Zeker op het gebied van het kwaliteitsbeleid hebben IGZ en zorgverzekeraars veel gezamenlijks. Als vereniging kijken we al langer wat we voor de inspectie kunnen betekenen, en omgekeerd. Dat doen we omzichtig, want je hebt te maken met ieders eigen verantwoordelijkheid en ook met aspecten van privacy.’ Van formele samenwerking is nog geen sprake, voegt hij daaraan toe, wel zijn er informele contacten in de regio’s. Van de drie door de inspectie genoemde thema’s, lijkt hem de samenwerking bij kwaliteitsindicatoren het meest voor de hand liggend. ‘Bij informatie-uitwisseling over disfunctionerende professionals stuit je al snel op aspecten van privacy. Ik heb geen idee hoe je dat zou kunnen aanpakken.’
Het aanpakken van disfunctionerende beroepsbeoefenaren is een van de speerpunten in het beleid van de IGZ de komende jaren, zegt het beleidsplan. Daarnaast wil zij de zorg voor ouderen verbeteren, de medicatieveiligheid verhogen, drang en dwang in de zorg terugdringen en risico’s bij nieuwe aanbieders verminderen.
Bron: Medisch Contact/ Joost Visser ( 2 januari 2012)
Bij gelegenheid van het vertrek van Wim Schellekens is een Middagsymposium georganiseerd op 28 april 2011 in Leiden. Het symposium is een terugblik en toekomstvisie over de rol van de IGZ (Inspectie voor de Volksgezondheid). Maar natuurlijk gaat het ook over de veelzijdige loopbaan van Wim Schellekens binnen het domein van de Gezondheidszorg. Een homo universalis! ‘Un bon capitain, un bon soldat’. Er zijn veel behartenswaardige dingen gezegd.
Bijzonder aardig is de ‘bloemlezing’
die is samengesteld door de collega’s van de IGZ en allerhande artikelen uit de loopbaan van Wim Schellekens bevat
Laatste woord
Er is veel gezegd, maar het laatste woord is aan degene waar het om begonnen is: Wim Schellekens
Het is even wennen aan het geluid bij dit filmpje en het duurt >10 minuten. Daar moet u dus echt de tijd voor nemen!
De term Domotica is ontleend aan het Latijse woord voor huis (domus). Domotica staat voor thuistechnologie, waarbij je naast beveiliging en brandmelders, toch vooral moet denken aan apparatuur die het leven veraangenamen. Zeg maar van het wieg tot het graf. Dat betekent dat de basisstructuur in huis geschikt moet zijn voor de babyfoon, maar ook voor personenalarmering. Dat laatste is in lijn met het streven om oudere bewoners zelfstandig of actief (in verzorgingshuis) te houden.
Wat is er onlangs gebeurd? De Inspectie (IGZ) betoogt in een rapport dat de apparatuur niet plompverloren mag worden geinstalleerd in bijvoorbeeld een bejaardentehuis. Een nauwkeurige afweging moet plaats vinden. Is het wel echt een verbetering? Kunnen de mensen er mee omgaan? Kortom, dat betekent een ander denkkader, zoals dat in de ziekenhuissector plaats vindt. Domotica kunnen straks wellicht als zorg worden beschouwd (en gedeclareerd?)