Opsporen aanleg suikerziekte
Nieuwe test spoort erfelijke aanleg suikerziekte op
Vroegtijdig opsporen van aanleg voorkomt suikerziekte op latere leeftijd
Voor het eerst is het mogelijk vast te stellen of iemand aanleg heeft voor het ontwikkelen van suikerziekte op latere leeftijd
Onderzoekers van het Erasmus MC hebben een test ontwikkeld die dit aantoont. Deze test biedt de kans om tijdig in te grijpen. Met leefstijladviezen en eventueel medicatie kan vervolgens worden voorkomen dat iemand op latere leeftijd suikerpatiënt wordt. De onderzoekers hebben daarmee een wereldprimeur.
In het blad Monitor van Erasmus MC dat morgen verschijnt, geven de onderzoekers uitgebreid uitleg over hun vondst waarmee bij jonge mensen kan worden vastgesteld of zij een groot risico hebben op het ontstaan van suikerziekte (diabetes type 2). Met die kennis is het mogelijk de ziekte te voorkomen of uit te stellen. Professor Eric Sijbrands, internist en één van de onderzoekers van het Erasmus MC: “De eerste resultaten met de nieuwe test zijn reeds geboekt. Jonge personen uit de onderzoeksgroep die een verhoogd risico blijken te hebben, komen nu vast naar de polikliniek voor leefstijladviezen en in sommige gevallen medicatie, die ervoor zorgt dat hun lichaam efficiënter omgaat met insuline. Als de aanleg bij deze jonge deelnemers, soms vroege twintigers, niet bekend was geweest, zouden ze misschien pas over 25 jaar hun eerste reguliere controle hebben ondergaan. Dan is de kans groot dat het leed al is geschied. De ziekte is dan misschien een feit en niet terug te draaien.”
Testen
Met de oude test, die wereldwijd wordt gebruikt, is alleen te zien dat iemands suikergehalte in het bloed niet in orde is. De nieuwe test gaat echter een belangrijke stap verder en biedt de gelegenheid vast te stellen dat iemand niet efficiënt met zijn insuline omgaat. De nieuwe test maakt bijvoorbeeld onderscheid tussen nieuw aangemaakte insuline en insuline die nog ‘op voorraad’ is. Als je de opgeslagen insuline niet goed kan gebruiken dan moet je meer nieuwe insuline aanmaken. Gebeurt dat bij iemand die nog jong is, dan heeft hij aanleg voor suikerziekte (diabetes type 2) en kan hij in combinatie met slechte leefgewoonten, zoals te veel eten en te weinig bewegen, de ziekte op latere leeftijd daadwerkelijk ontwikkelen.
Digitaal Krantenarchief (Bron: Koninklijke Bibliotheek) |
Er zijn 900.000 Nederlanders bij wie diabetes niet is vastgesteld, maar bij wie de ziekte wel sluimert
Jaarlijks krijgt ongeveer 9% van hen de aandoening. Sijbrands: “De nieuwe test biedt de kans eerder mensen aan te wijzen die een groot risico lopen. Het is mooi als je iemand van 23 of 24 kan vertellen dat hij weliswaar aanleg heeft, maar dat hij er dankzij die constatering zelf en met eventuele medicatie aan kan gaan werken om te voorkomen dat de ziekte na zijn veertigste ontstaat.”
De wetenschappelijke doorbraak was mede mogelijk dankzij de bestudering van specifieke cellen die functioneren als een machine die de suikerspiegel op het juiste niveau houdt, de zogenoemde bètacellen. Deze cellen horen voldoende insuline te maken. Op het moment dat je eet en je bloed de suiker opneemt vanuit de darm, komt insuline in actie om ervoor te zorgen dat de suikerspiegel niet te hoog wordt. Bij mensen met suikerziekte (type 2) wordt de suikerspiegel te hoog en is vervolgens levenslange behandeling nodig.