OMS strikes back

Utrecht,  12 augustus 2010 – De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft op 10 augustus 2010 besloten om met ingang van 1 september 2010 de honorariumtarieven van medisch specialisten gedifferentieerd te verlagen. Hiermee is de bezwaarprocedure bij de NZa afgerond.

Dit besluit betekent een draconische tariefsverlaging die, afhankelijk van het specialisme, kan oplopen tot een omzetdaling van bijna 30 procent. De Orde wijst het besluit van de NZa af, omdat de onderbouwing van het kortingsbedrag van € 512 miljoen nog steeds volstrekt onduidelijk is. Daarnaast zet de Orde grote vraagtekens bij de differentiatiemethodiek van de NZA. De Orde stapt daarom opnieuw naar de rechter.
De belangrijkste kritiekpunten zijn:

• De NZa is niet tegemoet gekomen aan de oproep van de voorzieningenrechter tot redelijke differentiatie;
• De NZa heeft geen gevolg gegeven aan de vereiste transparantie ten aanzien van het te korten bedrag: een adequate onderbouwing ontbreekt wederom;
• De NZa doet niets met de bezwaren en verbetervoorstellen ten aanzien van de differentiatiemethodiek die door de Orde zijn voorgesteld bij NZa, VWS en CVZ.

Inmiddels heeft de Orde een uitgebreid Wob-verzoek ingediend om alle onderliggende documenten en argumenten te ontvangen.
 

Moeizaam traject
Het besluit van de NZa om met ingang van 1 september 2010 gedifferentieerde kortingen door te voeren is het voorlopige sluitstuk van een moeizaam traject. In november 2009 zijn tariefbeschikkingen vastgesteld voor het A-segment en het B-segment voor medisch specialisten. In de tariefbeschikkingen staan ondermeer een generieke korting van 12,7% op de honorariumtarieven en een aanpassing van de ondersteunerscompensatie. De Orde is direct een bezwaarprocedure gestart bij de NZa. Ook heeft de Orde een verzoek ingediend bij de voorzieningenrechter CBB om de NZa te bevelen tijdelijke tariefbeschikkingen uit te vaardigen zonder de generieke korting. De voorzieningenrechter heeft in januari 2010 bepaald dat medisch specialisten voorlopig gekort mogen worden met 12,7% en dat de bezwaarprocedure bij de NZa moet worden afgewacht. Maar ook dat de NZa “naar de hoogte van het kortingsbedrag moet kijken en vervolgens een redelijke differentiatie moet toepassen.”