Kwaliteitsindicatoren

Openbare kwaliteitsindicatoren

…..hebben weinig betekenis

Uit ZI.Nieuwsbrief (12-6-’11). De Unit Zorginnovatie van het Juliuscentrum in Utrecht. Opsteller van de Nieuwsbrief is Guus Schrijvers, Hoogleraar Public Health. “Geen van de huidige uitkomstmaten voor kwaliteit van zorg die momenteel beschikbaar zijn voor het Nederlandse publiek, houdt rekening met statistische onzekerheid en verschillen in patiëntenpopulatie. Het heeft dan ook geen zin om deze uitkomstmaten openbaar te maken, ze leveren geen informatie over kwaliteit van zorg en zijn enkel misleidend”. Met deze woorden eindigt Hester Floor Lingsma haar proefschrift bij de Erasmus Universiteit. Dat heeft als titel ‘Measuring quality of care methods and applications to acute neurological diseases’ en kwam uit eind 2010. Zij komt tot deze slotsom op basis van een studie die start met een beschrijving van de beschikbare methoden om kwaliteit te meten. Zij is aanhanger van de theorie van Donabedian: Kwaliteit van zorg kan verdeeld worden in drie domeinen: structuur, proces en uitkomst. Uitkomstmaten zijn uitkomsten van patiënten, zoals sterftecijfer of het percentage patiënten dat weer zelfstandig kan wonen na een herseninfarct. Maar het meten van kwaliteit van zorg met uitkomstmaten brengt twee problemen met zich mee. Ten eerste kunnen uitkomsten beïnvloed worden door toeval. Ten tweede kunnen verschillen in uitkomst veroorzaakt worden door verschillen in de patiëntenpopulaties.

Cover Proefschrift

Vergelijkend

Om het eerste probleem in kaart te brengen vergeleek Lingsma tien Nederlandse ziekenhuizen op basis van het aantal patiënten dat één jaar na een herseninfarct overleed of gehandicapt was. Er bleken grote verschillen te zijn tussen de ziekenhuizen. Slechts 55% van de oorspronkelijke verschillen in uitkomst was toe te schrijven aan daadwerkelijke verschillen, de rest aan statistische onzekerheid. Lingsma constateert verder dat tal van instanties uitkomstmaten eisen, waarbij minder dan een kwart wordt veroorzaakt door echte verschillen en meer dan driekwart door statistische onzekerheid. Op het tweede probleem van uitkomstmaten, verschillen in patiëntenpopulatie gaat Lingsma in door na te gaan welke factoren van invloed zijn op sterfte van patiënten met een hersenbloeding die binnen twee maanden zijn overleden. De ernst van de bloeding, leeftijd, de grootte van het aneurysma en of de bloeding zichtbaar is op een CT scan waren de sterkste voorspellers voor het overlijden van een patiënt Zij concludeert dat verschillen in patiëntenpopulatie beïnvloeden uitkomstmaten, ongeacht kwaliteit van zorg. Uiteindelijk trekt zij op basis van haar studies de conclusie waarmee dit bericht begint. Wil je zelf het proefschrift lezen? Surf dan naar hier.