Hoge winsten zorgverzekeraars
Nodig of niet?
Fact Checking!
Gastcolumnist Paul van der Cingel ( info@researchvoorderegio.nl)
Hoge winsten bij zorgverzekeraars zijn nodig. Of niet? ‘Ik kan niet zoveel met die discussie over onmaatschappelijke winsten ‘zegt André Rouvoet, voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland in het Financieele Dagblad van 8 maart 2013. Hij vindt niets mis met de winsten van zorgverzekeraars, sterker nog: ze kunnen er zelf niets aan doen. Zij moeten van De Nederlandsche Bank geld opzij zetten. ‘Het zou me een lief ding waard zijn als die solvabiliteitseis niet zo hoog was, maar het is nu eenmaal zo.’Is het echt nu eenmaal zo? Tijd voor wat fact checking.
André Rouvoet (26 juni 2012)
Eisen DNB
DNB (De Nederlandse Bank) legt inderdaad als toezichthouder solvabiliteitseisen op aan de schadeverzekeraars (waaronder de zorg valt…). Zijn die eisen hoog, zoals Rouvoet stelt? Het eisenpakket is wel hoger geworden, blijkt uit een bericht van DNB: In 2012 is het vereiste percentage van 9 naar 11 gegaan. Maar uit hetzelfde bericht blijkt ook dat dit vergeleken met de ‘gewone’ schadeverzekeraars nog een piece of cake is. Zij moeten 24% kapitaal aanhouden tegenover hun uitzettingen. Hebben zorgverzekeraars moeite om die eisen te halen? Als we op de site van DNB bij de statistieken zoeken naar Wettelijke solvabiliteitspositie schadeverzekeraars (TS3 JAAR), dan krijgen we een Excel met alle individuele organisaties over 2011. Ze hebben allemaal een overschot boven het wettelijke minimum.
Voorbeelden
Buffer
In totaal hebben alle schadeverzekeraars in 2011 een buffer van ruim € 9 miljard. DNB noteert dan ook fijntjes in haar bericht over de verhoging in 2012: ‘Uit de analyses die DNB heeft uitgevoerd, blijkt dat de gevolgen voor de sector als geheel mee zullen vallen. Met een gemiddelde solvabiliteit van boven de 200% is de sector goed gekapitaliseerd.’ Zo zit Achmea met het overschot van € 751 mln met een percentage van 549% toch best ruim boven de 11%. Rouvoets redenering dat de winsten van de zorgverzekeraars nodig zijn om te voldoen aan solvabiliteitseisen lijkt dus absolute flauwekul. En als dat niet zo is, dan roept zijn argumentatie toch minstens om een heldere uitleg. Misschien is het tijd om, net zoals in het financiële toezicht op onderwijsinstellingen, niet alleen een ondergrens maar ook een bovengrens in te voeren voor solvabiliteit?