Fictieve ramp met 400 slachtoffers in UMC Utrecht

Het UMC Utrecht organiseert de cursus op 13, 14 en 15 mei in samenwerking met de ESTES (European Society for Trauma and Emergency Surgery) en de internationaal vermaarde Zweedse traumatoloog prof. dr. Lennquist. In de cursus oefenen artsen met het MacSim trainingsinstrument dat ontwikkeld is door Lennquist. Dr. Mike Bemelman, traumachirurg van het UMC Utrecht, organiseert de cursus.

Bij de ‘real time’-oefening, die zeker drie tot vier uur duurt, moeten 400 slachtoffers worden opgevangen. De cursusdeelnemers oefenen in het fictieve Anyland, dat vergelijkbaar is met een gemiddeld groot Europees land. Tijdens een oefening vindt in Anyland een ramp plaats. De hulpverleners die ter plaatse komen krijgen een ‘window view’ in woorden van de rampplek, bijvoorbeeld ‘Uitslaande brand in fabriek. Mensen komen het gebouw uitrennen. Overal is rook, er klinkt gegil.’Vervolgens liggen er op tafel kaartjes.

Elk kaartje verbeeldt een slachtoffer, en is voorzien van alle relevante gegevens die een eerste trauma-anamnese op zou leveren. Hier begint de oefening. De hulpverleners gaan aan de slag met de triage, verdeling van slachtoffers over de ziekenhuizen etcetera. In andere ruimtes zijn cursisten bijvoorbeeld een traumateam in een van Anylands-ziekenhuizen.Traumachirurg Bemelman was bij de hulpverlening van een aantal Nederlandse rampen betrokken en vindt dat minimaal twee keer per jaar georganiseerd oefenen belangrijk is. “Men zegt wel eens dat je bij een ramp hetzelfde doet als in de dagelijkse praktijk, alleen in een andere orde van grootte. Mijn ervaring is dat deze stelling voor een groot deel klopt, maar toch niet helemaal. Bij een ramp of incident met veel slachtoffers wordt je als hulpverlener voor keuzes gesteld die je normaal niet hoeft te maken. Bijvoorbeeld de keuze het ene slachtoffer te behandelen, en daarmee de kans te lopen dat een ander slachtoffer komt te overlijden.

Tijdens een MacSim oefening voelt een dergelijke keuze bijna net zo zwaar als in het echt. Bij een ramp moet je ‘out of the box’ kunnen denken en handelen. Dat te oefenen en trainen helpt, om straks in de praktijk van een echte ramp nog adequater te kunnen optreden.”

De internationale cursus past binnen het Nederlandse beleid ‘Opleiden, trainen en oefenen ter voorbereiding op rampen en crises’ (OTO). Voor OTO is per regio ruim een miljoen euro ter beschikking gesteld. De cursus wordt gefinancierd met OTO-geld. 

De organisatie van de oefening wordt mede mogelijk gemaakt door betrokkenheid van de Regionale Ambulance Voorziening Utrecht, de Veiligheidsregio Utrecht en de bedrijfsbrandweer van het UMC Utrecht.