Vuurwerk rond kerkorgel Proosdij
Bron : Stentor
door Michael Amsman. woensdag 22 december 2010
ZWOLLE – Het Quellhorstorgel van de Bethlehemse Kerk wordt bedreigd
, stelt de Zwolse historicus Jan Taco te Gussinklo.
Te Gussinklo heeft wethouder Vedelaar gevraagd om te voorkomen dat het Quellhorstorgel lijdt onder de feesten die worden gehouden in de Bethlehemse Kerk, die als uitgaanscentrum de naam De Proosdij draagt. “De bedreigingen zijn niet gering”, schrijft hij. “Op deze foto zie je tijdens de Goldparty 2009 een discjockey op de kansel staan, er is open vuur, het publiek danst op de grafstenen. Religieus erfgoed wordt wel erg weinig respectvol behandeld.”
Bij de Goldparty van 2010 ging het al niet anders, weet Te Gussinklo. “Naar verluidt hetzelfde beeld, met een overvolle kerk, een verstikkende hitte en vonken.”
Zulke omstandigheden zijn niet bevorderlijk voor de conditie van het orgel, vindt Te Gussinklo. “Natuurlijk weet ik dat het in vroeger eeuwen vaak niet veel beter was, maar dat moet anno 2010 toch ook anders kunnen!” Hij besluit met een woordspeling:
“Zwolle heeft goud in handen, en dat is wat anders dan gold”
Met dat goud bedoelt Te Gussinklo het Quellhorstorgel, dat sinds 1826 in de Bethlehemse Kerk hangt. Delen van die kerk stammen uit 1309, waardoor het waarschijnlijk het oudste gebouw van Zwolle is. De Hervormde Gemeente verliet het kerkgebouw in 1998, toen het door ondernemer Hans Borrel werd overgenomen en een nieuw leven kreeg als partycentrum. Het Quellhorstorgel was al verkocht aan de Oude Kerk in Soesterberg, maar de gemeente wist daar een stokje voor te steken. Het kerkorgel bleef in de Bethlehemse Kerk hangen, met de intentie om het met de andere Zwolse kerkorgels in een beheersstichting onder te brengen. Dat is nog steeds niet gelukt, maar volgens kerkeigenaar Hans Borrel hoeft Zwolle zich geen zorgen te maken: “Het hangt hier goed. Ik heb sensors laten plaatsen die ervoor zorgen dat de temperatuur bovenin de kerk continu zestien graden is. En er wordt vrij regelmatig op geoefend, het staat niet stil.” Het klopt dat er bij de Gold Party met open vuur is gewerkt, erkent Borrel. “Dat was niet mijn idee, dat wil ik ook niet meer hebben.”